Huisvesting inhouden
Het komt voor dat werkgevers huisvesting voor hun werknemer regelen. Op dit moment is het voor werkgevers nog toegestaan om tot 25 procent van het minimumloon af te trekken voor huisvestingskosten. Deze regeling wordt vooral toegepast bij het onderbrengen van arbeidsmigranten. Dit heeft zijn voordelen. Zo kunnen arbeidsmigranten snel een plek vinden om te wonen zodra ze in Nederland aan de slag gaan.
Niet wenselijk
Toch gaat het in de praktijk niet altijd goed. Soms gebruiken werkgevers de huisvesting vooral om er zelf geld aan te verdienen. In zulke gevallen houden ze het maximale bedrag in op het loon, terwijl de woning dat bedrag eigenlijk niet waard is. Door de mogelijkheid om huisvestingskosten op het minimumloon in te houden, kan een werknemer ook onbedoeld afhankelijk worden van zijn of haar werkgever. Dit gebeurt vooral wanneer werknemers niet goed begrijpen wat de schriftelijke toestemming (volmacht) precies betekent, of zich er niet van bewust zijn dat hierdoor geld wordt ingehouden op hun loon. Door deze inhoudingsmogelijkheid af te schaffen, komt er een duidelijkere scheiding tussen werk en wonen.
Met een wetswijziging wil de regering werknemers, en met name arbeidsmigranten, beter beschermen. Het afschaffen van de regel moet misstanden voorkomen en de huisvestingskosten eerlijker maken. Ook maakt de wijziging het voor de Nederlandse Arbeidsinspectie makkelijker om te controleren of werkgevers het wettelijk minimumloon uitbetalen.
Wetswijziging
De mogelijkheid om huisvestingskosten in te houden op het minimumloon wordt de komende vijf jaar stap voor stap afgeschaft. Dit staat in een voorstel tot Wijziging van het Besluit minimumloon en minimumvakantiebijslag. De voorgestelde wijziging is vooral van belang voor twee groepen:
- Werkgevers en verhuurders die huisvesting regelen voor werknemers en deze kosten nu nog via het minimumloon verrekenen.
- Werknemers, vaak arbeidsmigranten, die momenteel een deel van hun loon kwijt zijn aan huisvestingskosten via zo’n inhouding.
De afschaffing wordt stapsgewijs ingevoerd:
- 1 januari 2026: 20% van het wettelijk minimumloon mag worden ingehouden
- 1 januari 2027: 15% van het wettelijk minimumloon mag worden ingehouden
- 1 januari 2028: 10% van het wettelijk minimumloon mag worden ingehouden
- 1 januari 2029: 5% van het wettelijk minimumloon mag worden ingehouden
- 1 januari 2030: geen inhoudingsmogelijkheid meer
Internetconsultatie
De wetswijziging ligt nu ter internetconsultatie. Tot 6 juni 2025 kan je inhoudelijk reageren op de voorgestelde wijziging via internetconsultatie.nl.