Werkgevers kunnen onder de WKR belastingvrij vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen geven aan werknemers. Daarvoor hebben werkgevers de zogeheten vrije ruimte. In 2025 is de vrije ruimte 2% van de fiscale loonsom tot en met € 400.000, plus 1,18% van het gedeelte boven die grens.
Gebruikelijkheidstoets in de WKR
Om verstrekkingen, vergoedingen en terbeschikkingstellingen onder de vrije ruimte te brengen, moet de werkgever ze als eindheffingsbestanddelen aanwijzen. Ook moeten de uitdelingen de zogeheten ‘gebruikelijkheidstoets’ doorstaan. Die toets houdt in dat de bedragen niet meer dan 30% mogen afwijken van wat gebruikelijk is in soortgelijke omstandigheden.
Doelmatigheidsgrens Belastingdienst
Bij de gebruikelijkheidstoets hanteert de Belastingdienst in het kader van ‘risicogericht handhaven’ een doelmatigheidsgrens. Verstrekkingen, vergoedingen en terbeschikkingstellingen van niet meer dan € 2.400 per jaar per persoon ziet de fiscus als gebruikelijk. Blijft de werkgever onder die grens, dan onderneemt de fiscus in principe geen actie. Het bedrag van € 2.400 is dus een veilige haven bevestigde de kennisgroep loonheffing algemeen van de Belastingdienst onlangs. De kennisgroep doet dat in antwoord op de vraag ‘hoe moet de doelmatigheidsgrens worden toegepast?’ Zo’n antwoord is belangrijk voor werkgevers, want aan een standpunt van een kennisgroep zijn inspecteurs van de Belastingdienst gebonden.
Voorbeeld doelmatigheidsgrens
De kennisgroep geeft in het antwoord nog een andere richtlijn voor werkgevers. De toepassing van de doelmatigheidsgrens is ‘niet aan de orde’ voor zover de vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen al voldoen aan de gebruikelijkheidstoets. Als voorbeeld wordt een werkgever genoemd die € 2.000 aan gebruikelijke vergoedingen en verstrekkingen aanwijst, bijvoorbeeld reiskostenvergoedingen. Deze werkgever wil de werknemer ook een eindejaarsuitkering van € 2.100 geven. Daarbij kan de werkgever dan volgens de kennisgroep een beroep doen op de doelmatigheidsgrens, omdat de werkgever daar nog geen gebruik van heeft gemaakt. De werkgever mag de eindejaarsbonus dus in zijn geheel aanwijzen als eindheffingsbestanddeel, zonder dat de Belastingdienst daar actie op zal ondernemen.
Gerichte vrijstelling telt niet mee
Sommige vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen nemen geen vrije ruimte in. Dat is bijvoorbeeld zo als er een gerichte vrijstelling geldt, zoals een reiskostenvergoeding tot maximaal € 0,23 per kilometer. Zo’n vergoeding valt buiten de doelmatigheidsgrens, zo geeft de kennisgroep aan in een ander voorbeeld. Los van de gericht vrijgestelde reiskostenvergoeding kan de werkgever ook een eindejaarsuitkering van minder dan € 2.400 nog volledig als eindheffingsbestanddeel aanwijzen.
Benut je de WKR optimaal? Mis je kansen of loop je juist risico? En voldoet jouw organisatie aan de voorwaarden? Laat je niet verrassen! Onze WKR-check biedt je inzicht en zekerheid.