Sigma Personeelsdiensten
Vragen?

Extern ondernemerschap wordt ook in Wet VBAR volwaardig element

Het externe ondernemerschap weegt straks ook in de Wet VBAR volwaardig mee, naast de aansturing in het werk en het werken voor eigen risico. Dat blijkt uit een voortgangsbrief van Minister Van Hijum (SZW) en staatssecretaris Van Oostenbruggen (Fiscaliteit, Belastingdienst en Douane) aan de Tweede Kamer.

In de huidige versie van het wetsvoorstel VBAR wordt gekeken naar 5 criteria rondom de aansturing in het werk en 5 criteria over werken voor eigen risico. Pas als die criteria in evenwicht waren, werd er gekeken of iemand zich buiten de arbeidsrelatie gedraagt als ondernemer. Dit wordt gewijzigd. Het externe ondernemerschap weegt straks ook in de Wet VBAR volwaardig mee.

De voortgangsbrief

De minister en staatssecretaris stuurden de Tweede Kamer op 27 maart een brief waarin ze informeren over de voortzetting van het wetsvoorstel Verduidelijking beoordeling arbeidsrelatie en rechtsvermoeden (VBAR) en over de stand van zaken na het opheffen van het handhavingsmoratorium voor schijnzelfstandigheid.

Extern ondernemerschap volwaardig element

In de voortgangsbrief is onder andere opgenomen dat het extern ondernemerschap straks volwaardig meeweegt, naast de aansturing in het werk en het werken voor eigen risico.

Waarom? De Hoge Raad heeft in het recente antwoord op prejudiciële vragen in de zaak Uber/FNV aangegeven dat er geen rangorde geldt tussen de verschillende gezichtspunten die kunnen wijzen op een arbeidsovereenkomst of werken als zelfstandige (gevolg vanuit het Deliveroo-arrest). Met de voorgenomen wijziging in het wetsvoorstel brengt het kabinet het wetsvoorstel in lijn met dit arrest.

Wijzigt er nu iets?

Voor de huidige praktijk verandert er niets. Ook voor de handhaving heeft het aangepaste wetsvoorstel geen gevolgen. De Belastingdienst handhaaft momenteel al op deze manier op schijnzelfstandigheid, namelijk rekening houdend met huidige wet- en regelgeving en jurisprudentie. Daardoor is het nu al gebruikelijk om alle criteria mee te wegen, waaronder het externe ondernemerschap.

Na invoering van de Wet VBAR zal de toets naar verwachting weinig afwijken van de huidige toets. Dit betekent dat je als opdrachtgever ook actief bij de werkende moet blijven toetsen op zijn ondernemerschap.

Invoering Wet VBAR

In de brief staat dat het kabinet ernaar streeft om het wetsvoorstel VBAR voor de zomer bij de Tweede Kamer in te dienen. Het voornemen is nog steeds om de wet per 1 januari 2026 in werking te laten treden. Wel staat in de brief dat er een risico op vertraging is. Dit is ook gemeld aan de Europese Commissie. Het wetsvoorstel VBAR maakt namelijk onderdeel uit van het Herstel- en Veerkrachtplan. Daarin is de publicatie en inwerkingtreding per 1 januari 2026 van de wet als mijlpaal opgenomen. Het niet (op tijd) behalen van de mijlpaal kan leiden tot een korting op de ontvangsten uit de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit die kan oplopen tot 600 euro miljoen per mijlpaal of doelstelling.

Door in het wetsvoorstel aan te sluiten bij de huidige rechtspraak hoopt het kabinet dat de deadline van 1 januari 2026 nog mogelijk is. Het kabinet is er in elk geval alles aan gelegen om de wet (op tijd) door de Kamers te krijgen.

Wat staat er verder in de brief?

In de voortgangsbrief wordt verder ingegaan op de stand van zaken na het opheffen van het handhavingsmoratorium, overige acties die bijdragen aan meer verduidelijking en de positie van zelfstandigen in de praktijk en het tegengaan van schijnzelfstandigheid binnen de Rijksoverheid.

naar inspiratie overzicht